De Brabander in beweging: oog voor duurzame mobiliteit

11 december '19

Wereldwijd, landelijk, aan de keukentafel: (bijna) iedereen is op grote of kleine schaal bezig met het onderwerp duurzaamheid. Denk aan de klimaatprotesten, de transitie naar gasloos wonen of afval scheiden. Ook in onze Brabantstadstudie is aandacht voor duurzaamheid. Al eerder lichtten we de ideale duurzame leefomgeving uit, nu zoomen we in op duurzame mobiliteit. Onder meer op autodelen: 3 op de 10 Brabanders heeft hier (mogelijk) belangstelling voor. Met name huishoudens met kinderen!

(On)bewust duurzaam wonen en leven

Vragen we onze deelnemers aan de Brabantstadstudie naar hun ideale duurzame woonomgeving, dan geven zij aan dat deze gezond en groen is. Niet iedereen is bewust met duurzaamheid bezig. Maar wél vaak onbewust, blijkt uit onlangs verricht consumentenonderzoek. Consumenten zijn vooral benieuwd wat duurzaamheidsmaatregelen hen opleveren. BPD doet bewust onderzoek naar duurzaamheidswensen en neemt dat mee in haar visie op duurzame gebiedsontwikkeling.

Mobiliteit essentieel bij duurzaam leven

Bij het behalen van duurzame ambities - ook in de Brabantse steden - is duurzame mobiliteit (efficiënter reizen) essentieel. Het is sterk gelinkt aan de gebouwde omgeving en (nieuwe) gebiedsontwikkelingen. De ruimte in de steden is krap; wegen en parkeerplekken nemen ongeveer de helft van de openbare ruimte in steden in. Onderzoek naar parkeernormen en autobezit en -gebruik laat zien dat de gehanteerde parkeernormen in de 5 Brabantse steden en veel andere grote steden hoger zijn dan het feitelijke autobezit. Buiten de steden zijn bereikbaarheid en betaalbaarheid van openbaar vervoer aandachtspunten.

image alt

Tijd voor deelmobiliteit

We zien dat mobiliteit in transitie is. Innovaties als elektrisch rijden, mobiliteitshubs en MaaS (Mobility as a Service) zijn mogelijke oplossingen voor de noodzakelijke verduurzaming van steden en efficiënter georganiseerd vervoer. Door de opkomst van de deeleconomie vindt er een verschuiving plaats van bezit naar gedeeld gebruik.

Het aantal deelauto’s blijft flink toenemen en deelauto’s zijn het meest te vinden in (sterk) stedelijk gebied. Onderzoek van het Nibud uit 2018 laat zien dat autodelen een (financieel) aantrekkelijk alternatief is wanneer minder dan 10.000 kilometer per jaar gereden wordt met de auto.

image alt

Gebruik(ers) als vertrekpunt

Het vertrekpunt voor duurzame mobiliteit moet zijn dat gebruikers centraal staan en zij comfortabel en in alle opzichten efficiënt van A naar B komen. Dit kan door te sturen op mobiliteitsstromen en op een verandering van het gebruikersgedrag bij specifieke doelgroepen. Er zijn namelijk verschillende typen reisgedrag te onderscheiden.

Daarbij komt dat reisgedrag niet stabiel is. Levensgebeurtenissen zoals de komst van een kind of het fysiek minder mobiel worden, zijn van invloed op de manier van reizen. We zien dus dat mensen niet alleen een woon- en werkcarrière doorlopen, maar ook een mobiliteitscarrière.

Mobiliteitstransitie met MaaS en hubs

Met MaaS worden alle mogelijke vervoersmiddelen als dienst aangeboden. Bezit van bijvoorbeeld een auto is dan niet meer noodzakelijk. MaaS heeft het in zich een overkoepelend ecosysteem te worden dat de mobiliteitstransitie faciliteert en stimuleert. In Eindhoven loopt nu 1 van de 7 landelijke MaaS-pilots. Deze 7 MaaS-experimenten helpen bij het ontwikkelen van een gebruiksvriendelijke mobiliteitsapplicatie waarmee mensen alle vervoersmiddelen kunt plannen, boeken en betalen.

Dit MaaS-ecosysteem kan versterking krijgen op buurt- en wijkniveau via hubs met elektrische deelauto’s, (bak-)fietsen etc. Deze hubs bieden oplossingen voor de grote mobiliteit- en parkeeruitdagingen in steden. Ze zorgen immers voor de vervanging van eigen auto’s en daarmee voor een vermindering van het aantal auto’s en parkeerplaatsen.

Behoefte aan auto's en parkeerplaatsen

Er is dus veel dynamiek op (deel-)mobiliteitsgebied. Hoe groot is nu de behoefte aan auto’s en parkeerplaatsen in de 5 Brabantse steden? Dat vroegen we aan onze respondenten. Een ruime meerderheid van de bewoners heeft 1 (58%) of meer (25%) auto’s en geeft aan bij de volgende woning ook 1 of meer parkeerplaatsen te willen. Het gemiddelde aantal personenauto’s per huishouden is in de 5 Brabantse steden 0,99. Dit is hoger dan in de 4 grootste landelijke steden (0,64 auto per huishouden) en lager dan in heel Nederland (1,08 auto per huishouden).

Van de Brabantse gezinnen en stellen wil meer dan 90% een of meer auto’s en parkeerplaatsen bij de volgende woning; van de eenpersoonshuishoudens ongeveer driekwart. Van deze eenpersoonshuishoudens wil 1 op de 10 meerdere parkeerplaatsen bij een volgende woning en van de gezinnen wil bijna de helft dat.

Brabantse interesse in autodelen

De behoefte aan auto’s en parkeerplaatsen lijkt dus groot te zijn in de 5 Brabantse steden. Komt dit omdat er wellicht geen aantrekkelijke alternatieven zijn of omdat de Brabanders liever vasthouden aan het oude vertrouwde? We waren dan ook benieuwd hoe groot de interesse is in autodelen. Van onze respondenten geeft 9% aan zeker wel of waarschijnlijk interesse te hebben in een deelauto dicht bij hun woning. Daarnaast geeft 12% van de Brabanders met meerdere auto’s (en gewenste parkeerplaatsen) aan voor alleen de twééde auto interesse te hebben in autodelen. Opgeteld heeft totaal 30% van de Brabanders zeker wel, waarschijnlijk of misschien interesse in autodelen.

Quote vliegende auto's

Interesse het grootst onder Eindhovenaren en centrumbewoners

De (mogelijke) interesse voor autodelen is relatief groot onder Eindhovenaren (totaal 36%), centrumbewoners (totaal 37%), jongeren van 18 tot 30 jaar (totaal 35%) en (eenouder-) gezinnen (resp. 34% en 33%). Bij gezinnen gaat het relatief vaak om interesse voor autodelen voor alleen de tweede auto. De (mogelijke) interesse is met 34% ook groter dan gemiddeld voor bewoners van particuliere huurappartementen (veel jongeren) en eengezinskoopwoningen (veel gezinnen). De belangstelling voor deelauto’s blijkt in de regiogemeenten redelijk vergelijkbaar te zijn met die in de steden. Positieve uitschieters zijn de regiogemeenten rondom Breda en Den Bosch. Daar verwacht respectievelijk 20% en 17% gebruik te maken van een deelauto wanneer die bij een volgende woning eenvoudig beschikbaar is. Tot slot geeft 40% van de bewoners aan meer interesse te hebben in een deelauto, als het gebruik hiervan leidt tot lagere netto woonlasten.

Of Brabanders die veel belang hechten aan duurzaamheid in hun leefomgeving ook per se enthousiaster zijn om zelf een deelauto te gaan gebruiken, is lastig te zeggen. Wel zien we dat degenen die het minste belang hechten aan duurzaamheid, ook de minste interesse in een deelauto hebben.

De Brabander in beweging brengen

"Voorspellen is moeilijk, vooral als het de toekomst betreft", is een bekende uitspraak. Innovaties worden niet altijd een groot succes, maar als ze het wél worden, dan zorgen ze voor relatief snelle en structurele veranderingen. Van onze Brabanders heeft 9% zeker interesse en totaal 30% (mogelijk) interesse in autodelen. Autodelen is daarmee zeker geen nichemarkt meer. Deelauto’s en andere vormen van deelmobiliteit zijn in potentie een goed alternatief voor een eigen (2e) auto en parkeerplaats in de dichtbebouwde stad. Door een slimmer en duurzamer (gebruik van het) mobiliteitssysteem worden reizen – en daarmee ook het wonen en leven – aangenamer en duurzamer. Voorspellen blijft moeilijk, maar met toekomstvisie en experimenten kunnen we inzetten op een positieve verandering.

Brabantstadstudie
Alle publicaties over Brabantstadstudie Terug naar het overzicht
Brabanders over de ideale duurzame woonomgeving Lees het artikel